Hydrometer (als u op de foto klikt wordt deze vergroot)
Eerst wat simpele theorie. Met de Hydrometer bepalen we hoeveel suiker in ons mengsel zit wat omgezet kan worden in alcohol. We meten het soortelijk gewicht (SG) t.o.v. water. Voor water is dat 1.000. Hoe meer suiker in ons mengsel hoe groter dit getal zal worden.
De hydrometer ziet er uit als een soort dobber met diverse tabellen op de schacht. We laten de hydrometer drijven in het mengsel en lezen de waarde af. Dit wordt nog uitgebreid beschreven. Op een tabel kunnen we dan het alcoholpercentage bepalen. Een hydrometer kost tussen € 5,00 en € 10,00. Een maatglas is ongeveer even duur. Ik gebruik zelf een maatglas van glas, er zijn er ook van plastic. We gebruiken een maatglas omdat na de meting de vloeistof wordt weg gegooid i.v.m. eventuele vervuiling. Dus NOOIT terug doen in de gistingsfles. De zuurgraad en temperatuur van de vloeistof spelen ook een rol maar dat is in dit stadium nog niet aan de orde. Liefst meten bij een vloeistoftemperatuur van 20 graden Celsius omdat de hydrometer daar op afgesteld is.
Voor de student onder ons: elke graad afwijking is 0,2 punt. Is de vloeistof dus 30 graden dan moet u bij de meting (30 - 20) x 0,2 = 2 punten bijtellen.
Soortelijk gewicht Alcoholpercentage Maatglas 250 ml Omrekentabel
De praktijk:
We moeten een paar regels in acht nemen:
1. Alle materialen moeten schoon en droog zijn.
2. Vul het maatglas met circa 200 ml helder mengsel uit de gistingsfles, eventueel eerst via een filter.
3. Er mag geen CO2 in de vloeistof zitten.
4. Laat de hydrometer in het maatglas zakken.
5. De hydrometer moet vrij drijven, niet tegen de kant. Geen luchtbellen aan de meter, eventueel een beetje ronddraaien.
6. Lees nu het SG af op de schacht van de hydromet. Deze zal circa 1.100 aangeven. In de tabel geeft dat 13,89 % alcohol.
Je kunt ook de schaal % alcohol aflezen, dit zal hetzelfde resultaat geven.
Uitleg:
De tabel heeft 3 kolommen. In de linker kolom zoek je het SG op en in de tweede kolom lees je het alcohol % af. Het voorgaande klinkt leuk maar er zijn een paar opmerkingen te maken. Wat we gemeten hebben is het maximaal haalbare % alcohol. Alle beschikbare suiker moet dan zijn omgezet. De gebruikte soort gist heeft echter ook een grote invloed. Als de gist niet verder kan gaan dan maximaal 10 % zal je nooit hoger komen en suiker over houden. Dus een zoete Mede. Hoeveel alcohol hebben we dan wel?
We schrijven het resultaat van de eerste meting op en laten de gistingsfles met rust tot de vergisting klaar is. Daarna doen we nogmaals een meting. Stel dat nu het resultaat 1.020 is. Dit getal is altijd lager dan het eerste getal omdat suikers zijn omgezet in alcohol en daardoor wordt het SG lager. Het verschil in SG is dus 1.100 - 1.020 = 0,080. We kunnen nu de alcohol berekenen door dit getal te vermenigvuldigen met 131. Uitkomst dus 0,080 x 131 = 10,48 % alcohol.
Als we bij de eerste meting ook het alcohol % hebben opgeschreven krijgen we bij de twee meting weer een alcohol %. Als we deze 2 cijfers van elkaar aftrekken krijg je weer hetzelfde resultaat. 13,89 - 3,4 = 10,49 %.
Droog, Medium of Zoet:
Aan het SG van het eindresultaat kun je redelijk goed zien wat voor Mede je hebt.
Droge Mede: SG lager dan 1.005
Medium Mede: SG tussen 1.005 en 1.010
Zoete Mede: SG tussen 1.010 en 1.050